Troost van de onverschilligheid

De laatste weken geef ik grif toe aan mijn leeshonger. Ik las ‘Boven de waterval’ van Ron Rash (geweldige Amerikaanse auteur) en ‘Op de klippen’ van Jane Gardam (geweldige Britse auteur) Gisteravond begon ik aan ‘Niets in zicht’ van de Duitse Jens Rehn. Het kwam uit in 1954 maar werd pas in 2019 in het Nederlands vertaald.

Ik startte onbevangen met lezen. Maar mijn hemel, wat een heftig boek is dit. Waar ik normaliter met plezier een boek lees, moest ik hier af en toe naar adem happen. ‘Niets in zicht’ gaat over twee mannen, een Duitse marinier en een Amerikaanse officier die samen op een rubberboot in de Atlantische oceaan ronddobberen. De Amerikaan wordt ‘een-arm’ genoemd, omdat hij bij de torpedo-aanval zijn arm is verloren. De Duitser wordt ‘de ander’ genoemd. Ze hebben een paar sigaretten, wat stukjes chocolade, kauwgom, een fles whiskey en elkaars gezelschap.

Toen dit boek uitkwam in 1954 werd het direct als literair meesterwerk bestempeld en als existentialistische aanklacht tegen de oorlog. Ik heb het gelezen als een rauw boek over sterven, over het menselijk bestaan, maar vooral ook over onze nietigheid als mens. Wat er met ons mensen ook gebeurt; de zon gaat iedere dag onverbiddelijk op en ‘s avonds weer onder. En ja, misschien schuilt daar ook wel enige troost in zoals Wim Brands dat mooi verwoordde in onderstaand gedicht. Maar eerlijk gezegd ben ik daar nog niet helemaal over uit.

In de eerste nacht

In de eerste nacht nadat ik had
gehoord dat hij ziek was
schrok ik wakker.

Het waaide buiten. Het waait, zei
jij, die nog geen oog dicht had
gedaan, en je glimlachte.

Ik begreep het pas later.

Wat er ook is, het zal de natuur
een zorg zijn.

Het waait, het waaide – buiten klonk
de troost van de onverschilligheid.

Eén gedachte over “Troost van de onverschilligheid

  1. Goede leestip in deze donkere en oorlogstijden, komt op de leeslijst!
    Thnx, Jan Gerben

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *