
Het motto van ‘Al mijn moeders’ is een versregel van Bertolt Brecht: ‘die im Dunkeln sieht man nicht’. Het beeld van de geschiedenis wordt vaak bepaald door de rijken, de machtigen; hun namen leven zelfs voort op straatnaambordjes. Maar het grootste gedeelte van de mensen was arm, hardwerkend en onbekend.
Anita Terpstra onderzoekt in dit boek haar familiegeschiedenis uit het Friese dorp Harkema: een streek berucht om zijn extreme armoede, inteelt, alcoholisme en analfabetisme. Ik houd van dit soort geneologisch onderzoek. Hoewel ik dit boek wel een wat droge opsomming van archief-vondsten vond.
Ook mijn familiegeschiedenis is geen verhaal van notabelen; het speelt zich grootdeels af op het platteland van Lange Ruige Weide (het latere Driebruggen). Mijn oma Uittenbroek -hieronder de verlovingsfoto met mijn opa- deed de fascinerende uitspraak dat haar schoonvader een “on-echt kind” was.

De broer van mijn moeder, mijn ome Jan Uittenbroek- (https://januittenbroek.blogspot.com/2010/12/genealogie.html) is jaren geleden in de archieven gedoken. Hij ontdekte inderdaad dat mijn overgrootvader (ook Jan) een “niet-erkende zoon” was van Johanna Uittenbroek (geb.1854). Hieronder een foto van mijn overgrootvader Jan Uittenbroek.

Zijn geboorte werd aangegeven bij de gemeente Lange Ruige Weide door de dorpsdokter. Jan heeft uitgezocht op welke boerderij Jannigje verbleef ten tijde van de verwekking. De zoon van deze familie staat genoteerd als getuige van het huwelijk van Jannigje met haar latere echtgenoot.
Zo’n verhaal maakt mij nieuwsgierig. Jannigje werkte waarschijnlijk als dienstmeisje op een boerderij rond 1870. Zou ze verliefd zijn geworden op de zoon van de boer? Dat hij later getuige was op haar huwelijk is toch opmerkelijk. Hielden zij van elkaar maar was het standsverschil te groot? Zorgde de boerenzoon financieel misschien nog voor de kleine Jan?
Het prikkelt mijn fantasie. Dit on-echte kind heeft in elk geval een behoorlijk echte kinderschare voortgebracht.
Het kan ook een kind zijn van een boerenknecht, hoor. Of een ‘passant’. En het kan ook dat de boer (of boerin!) begaan was met Jannigje..
Als de moeder van het kind haar mond hield… dan bleef het bij geruchten. Er was nog geen bloedtest of DNA-onderzoek mogelijk.
Maar een mooi verhaal is het zeker (vinden we nu) en we blijven nieuwsgierig… Toch nog eens verder uitzoeken?