En we noemen hem

Marien is vernoemd naar zijn opa Marinus Zwijnenburg- en hij wilde zijn naam ook weer doorgeven aan zijn zoon. Het werd Siem Marinus. Je hoopt natuurlijk dat met de naam ook de goede eigenschappen van opa Marinus (en Marien) doorgegeven worden.

Marjolijn van Heemstra krijgt een zegelring van haar oma als ze achttien is. Deze ring is van “Bommenneef”; een verre oom die volgens de familie-overlevering een verzetsheld was omdat hij een jaar na de oorlog een dodelijke aanslag pleegde op een niet-veroordeelde NSB’er. Frans van Heemstra kon niet leven met de gedachte dat deze schurk vrij rond liep, zo was het verhaal. Bij de ring hoort ook het verzoek om de eerstgeboren zoon naar deze familieheld te noemen.

De roman begint als Marjolijn 27 weken zwanger is. Voordat ze haar zoon vernoemt wil ze meer weten over de bewuste aanslag op 5 december 1946. Er volgt een spannend onderzoek en reconstructie van die aanslag. Al snel ontstaan er barstjes in de mythe. Ondertussen tikt de tijd door: voordat de kleine Van Heemstra geboren wordt, wil Marjolijn het echte verhaal boven tafel hebben.

Ik vond het een heerlijk boek, dat op een lichtvoetige manier grote vragen aan de orde stelt: het grijze gebied tussen goed en fout, heldendom en terrorisme, en het gewicht van geschiedenis en verhalen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *