Kamp

Onlangs bezocht ik met mijn vader Kamp Amersfoort. Dit bezoek was geïnspireerd door de podcast ‘de Verdwenen SS-er’; deze gaat over de zoektocht naar de voormalig kamp-commandant Walter Heinrich die na 1945 ‘uit zicht is geraakt’.

Het nieuwe ondergrondse museum toont allerlei indringende portretten van gevangenen, hulpverleners van het Rode Kruis, nabestaanden of Duitsers die in kamp Amersfoort werkten.

Zo hing daar een portret van Willy Engbrocks. Hij werd ook wel een ‘mens in haatuniform’ genoemd. Hij was een Duitse kampbewaker en stond goed bekend onder gevangenen omdat hij hen met respect behandelde. Toen hij de ter dood veroordeelde kunstenaar John Dons de nacht voor zijn executie moest bewaken, hielp hij hem aan schilderspullen zodat hij zijn laatste schilderij kon voltooien. Dons gaf het schilderij aan Willy Engbrocks. Hij heeft het altijd thuis bewaard. Wat moet dat beladen zijn geweest. Zijn familie schonk dit schilderij later aan Nationaal Monument Kamp Amersfoort.

Het bezoeken van deze plek en het museum maakte indruk. Het was mooi en goed om dit samen met mijn vader te doen, de rondleiding te volgen en in gesprek te gaan over vroeger, over familie en wat we weten over hun oorlogservaringen.

Warm hè, jongens

Een familiegrap bij ons thuis is de uitspraak: ‘Warm hè jongens!’ Dat zei mijn moeder terwijl ze lucht blies in haar bloes op een zeer warme zomerdag richting haar decolleté.

Warm was het ook deze zomer; maar we hebben het lekker hogerop gezocht in de Franse en Italiaanse Alpen. Het was weer een mooie tijd met mijn jongens: wandelen, raften (echt iets voor mij ;-), lekker eten en natuurlijk tijd om te lezen. Dit jaar had ik ook twee knappe mannen in mijn boekentas gestopt: Jaap Robben en Benedict Wells. Hun beider romans spelen zich af in een broeierige zomer.

De Duitse schrijver Benedict Wells is altijd een goede keus voor op reis. Zijn schrijfstijl is fijn en meeslepend. Hardland is een echte coming-of-age roman. De 16-jarige Sam woont in een ingedut Amerikaans stadje in de jaren ’80 en in het boek wordt de zomervakantie beschreven waarin hij voor het eerst verliefd wordt en zijn moeder verliest. De sfeer van the Breakfast Club en the Simple Minds: Don’t You Forget About Me!

Zomervacht van Jaap Robben vond ik weergaloos. Hoofdpersoon is de dertienjarige Brian die met zijn lapzwanzige vader in een caravan woont. Zijn moeder is op huwelijksreis met haar nieuwe partner. Tijdens de zomervakantie wordt Brian plotseling verantwoordelijk voor de zorg van zijn verstandelijk gehandicapte broer. De ellende is wonderschoon beschreven, en je voelt je verbonden met het lot van Brian en zijn broer.

Vakantie rituelen

Laatste dagen voor de vakantie: de wasmand leeg wassen, de koelkast leeg eten, en een stapel boeken uitzoeken bij de bibliotheek. Met de voorpret is de vakantie al begonnen.

Met collega’s hadden we het vorige week tijdens de lunchpauze over herinneringen aan de vakanties uit onze jeugd.

Ik heb er legio: Tijdens een stop langs de snelweg met z’n allen ‘stand in mand’ spelen en witte bolletjes eten uit de koelbox. Mijn vader die ’s morgens de gordijnen opentrok en met zijn tomeloze enthousiasme steevast riep: ‘Korte broeken weer, jongens!’ En natuurlijk de prachtige en vermoeiende klimtochten door de bergen met als beloning een nieuw schildje voor op je wandelstok.

Ook Siem verheugt zich weer op de vakantie waar een zelfde soort rituelen niet van de lucht zijn: DJ spelen op de heenreis waarbij je vader maar 1x die ellenlange van de Dire Straits mag aanvragen (en dan twee beurten moet overslaan), je moeder plagen met haar angst voor kabelbanen, en natuurlijk tijdens de wandeling in de bergen: chips op brood als lunch.

Kleine rituelen. Wie is er niet groot mee geworden.

Geen psycho-analyse

Ik loop in een toren de wenteltrap naar beneden en ik moet naar de wc. Onderaan in de diepte zie ik in schemerlicht een vieze Franse wc -met van die voetstappen en een heleboel vies wc- papier en nattigheid eromheen-. Ik draag een lange mooie jas en doe mijn stinkende best om alles droog te houden.

Dit droomde ik een paar weken geleden. En dit is niet de enige keer dat ik over vieze wc’s droom. Wanneer je denkt dat dit een absurde droom is, dan heb je die van mijn vriendinnen nog niet gehoord :-) Leonie, Annette en ik lieten ons afgelopen zaterdag inspireren door onze bizarre nachtelijke avonturen voor een heerlijke Grof-Geld middag.

We maakten doosjes voor elkaar waar onze dromen een goede afloop kregen. Hoe mooi is dat.

Ik prijs me bijzonder gelukkig met vriendinnen die hier net zo van genieten als ik.

Wij hebben geen psycho-analyse nodig. Wij doen Grof Geld.

Applaus

Als Siem pianoles heeft, drink ik vaak een kop thee in de foyer van de Garenspinnerij. En daar viel mijn oog op deze quote op de muur:

Vorige week mocht Siem voor het eerst optreden, na vier maanden pianoles. Hij kroop achter de vleugel en speelde zijn versie van Pirates of the Caribbean. Mijn moederhart zwol natuurlijk van trots, maar eigenlijk voelde ik ontroering bij ieder optreden die avond.

Oud, jong, verlegen, onzeker of juist met een beetje bravoure; allemaal gingen ze daar -in alle kwetsbaarheid- zitten op de pianokruk en en legden hun ziel en zaligheid in hun optreden.

En dan: de ontlading van het applaus, en het openbreken van die gezichten.

Ja, van applaus groei je.