Verrader


Hij lag al een tijd op mij te wachten: ‘Judas’ van Amoz Oz. Gisteravond las ik het uit en het is nog niet zo eenvoudig er direct iets van te vinden. Het is zo’n boek dat je moet laten bezinken. Het is geen page-turner en het kostte mij zelfs ook wat moeite om me niet te storen aan de vele herhalingen (zoals de onuitputtelijke beschrijving van het talkpoeder strooien in de baard van de hoofdpersoon of de overbuurvrouw die iedere middag met soep komt) Maar toch zijn de sferische beelden van Jeruzalem prachtig, evenzo de wonderlijke personages en bovenal de wijsheid die uit het boek spreekt.

Zoals de titel al doet vermoeden is een van de hoofdthema’s van het boek: verraad. Het gaat het over de 25-jarige student Sjmoeël wiens leven in een impasse zit. Door het faillissement van zijn ouders stopt de financiering van zijn studie, zijn vriendin maakt het uit, en hij loopt vast in zijn scriptie over Judas Iskariot. Dan reageert hij op een advertentie waar een gesprekspartner voor een bejaarde invalide man gevraagd wordt met kost en inwoning. Vervolgens woont hij drie maanden bij de oude Gersjom Wald en diens 45-jarige schoondochter Atalja (waar hij direct verliefd op wordt).

Door de avondlijke gesprekken met de oude Wald worden er een heleboel maatschappelijke, politieke en filosofische kwesties aangesneden. Dit alles speelt zich af in de winter van 1959 in de piepjonge staat Israël. Atalja blijkt de dochter van een omstreden joods leider te zijn: Sjealtiël Abarbanel. Abarbanel was de enige staatsman die tegen de oprichting van de joodse staat was omdat hij voorzag dat dit zou leiden tot een eindeloos conflict en bloedvergieten. Atalja was getrouwd met Micha -de zoon van Wald- die dramatisch aan zijn eind kwam in de Onafhankelijkheidsoorlog. Na zijn dood blijft Atalja bij haar vader en schoonvader wonen en zorgt voor hen.

De vraag die Amoz Oz opwerpt is wat er verstaan wordt onder verraad en waar de grens ligt tussen verraad en liefde, Abarbanel wordt door eerste premier van Israel Ben Goerion en de zijnen als verrader bestempeld. Judas wordt nog steeds door zowel christenen als joden als de ultieme verrader gezien.

Maar misschien was hij wel de meest gelovige van alle volgelingen, filosofeert Sjmoeel. De eerste ‘christen’. Geloofde hij nog wel meer in Jezus dan Jezus in zichzelf. Arrangeerde hij de kruisiging om Jezus te laten bewijzen dat hij de God was en de dood zou overwinnen. Toen Jezus stierf verdween de zin uit zijn leven en hij verhing zich aan een vijgenboom.

Het zijn prikkelende ideeën die Amoz Oz opwerpt. Hij slaagt er wat mij betreft prachtig in om vaste overtuigingen of beelden kritisch tegen het licht te houden. En wat twijfel te zaaien over wie of wat ‘de Judas’ nu eigenlijk is. Toen en nu.

 

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *