Jaren geleden was ik onder de indruk van de roman Nietzsches Tranen van psychiater Irvin D. Yalom. Ik vond Yalom er erg in geslaagd het leven en de gedachtegoed van de filosoof Friedrich Nietzsche in een roman te gieten. Een mooie aanvulling op de colleges filosofie in Leiden die ik boeiend maar ook hoogst ingewikkeld vond. Iedere zomer mag ik van mezelf een boek uitkiezen voor de vakantie en dit jaar viel mijn blik op de Schopenhauer kuur van dezelfde auteur. Schaamtevol moet ik bekennen dat ik zo weinig van Schopenhauer wist dat ik bij een potje pimpampet rustig zou kunnen hebben gezegd dat het een componist uit de vorige eeuw was. Arthur Schopenhauer was echter een knorrige, pessimistische maar briljante filosoof geboren in 1787
“Het leven is één en al ellende. Ik heb besloten om daar de rest van mijn leven over na te denken”
De roman vertelt het verhaal van psychiater Julius Hertzfeld die te horen krijgt dat hij kanker heeft en nog één ‘goed’ jaar te leven heeft. Hij is in paniek en om rust te vinden herleest hij Nietzsches Aldus sprak Zarathoestra. Daarin staat het citaat ‘dat we ons leven zo moeten leiden dat we bereid zouden zijn hetzelfde leven tot in de eeuwigheid te herhalen’ (mooi!) Hij besluit gewoon verder te leven en te doen wat hij het liefste doet: therapie geven. Julius erkent dat sommige van zijn patiënten niet geholpen zijn door zijn werkwijze en hij neemt contact op met één van zijn mislukte ex-patiënten. Philip was drie jaar bij Julius in behandeling voor zijn seksverslaving en stopte na drie jaar van de één op de andere dag. Julius is geschokt als blijkt dat Philip ondertussen gepromoveerd is in de filosofie en zelf een opleiding tot filosofisch therapeut volgt. Hij heeft alleen nog een supervisor nodig om daarna aan de slag te kunnen. Philip vraagt Julius of hij die supervisie wil doen en Julius stemt daarmee in op voorwaarde dat Philip aan zijn therapiegroep deelneemt. Het blijkt dat Philip zijn hele leven en de omgang met anderen laat bepalen door de ideeën van Arthur Schopenhauer. Hij zegt ook van zijn seksverslaving verlost te zijn door deze filosoof. Ieder hoofdstuk over de therapiegroep wordt afgewisseld met stukjes uit de biografie van Schopenhauer. Je volgt het wel en wee van de therapiegroep, de personages (de deelnemers van de groep) hun problemen en obsessies, en hun onderlinge relatie. Het werd mij duidelijk dat de ontwikkeling van Philip eigenlijk parallel loopt met de ontwikkeling van Schopenhauer: hoewel het slot doet vermoeden dat Philip er beter aan toe is ‘als Mensch’ dan Schopenhauer die bij zijn dood die toch een wat onbegrepen, eenzaam en depressief persoon blijft. Ik heb het boek op mijn gemak uitgelezen; het boeide me hoewel het geen pageturner is. De eindeloze dialogen in de therapiesessies deden me er ook weer aan herinneren waarom ik mij niet verder heb bekwaamd in het vak van therapeut. De vruchteloze relatiegesprekken die ik uit mijn maatschappelijk werk praktijk herinnerde, verveelde me na een vijf keer meestal behoorlijk en stemde me niet zelden pessimistisch over huwelijken en hoe mensen elkaar het leven zuur kunnen maken. Ik vond het jammer dat het terminale proces van Julius soms een beetje op de achtergrond raakte. Toch haal ik wel levenslessen uit de citaten van verschillende filosofen die aan bod komen en, eerlijk is eerlijk, ik was geroerd door de laatste hoofdstukken van het boek waar Yalom laat zien dat therapie mensen werkelijk kan doen veranderen, dat vergeven mogelijk is, dat er niets belangrijker is dan intermenselijke relaties.