Net terug van Oerol. Klokje rond geslapen. Met ons hoofd nog bij het festival. De slaapzakken hangen te luchten, de buik rommelt nog wat na, eilandsouvenirs zorgvuldig uitgestald op de tafel. We hebben weer genoten van zes dagen theater, muziek, fietsen, goedgemutste mensen èn Terschelling. Zoveel moois gezien. Prachtig muziektheater van Via Berlin als ongeëvenaard hoogtepunt op de eerste dag. Maar ook verrassende pareltjes zoals vrijdagochtend de expeditievoorstelling van Thijs van Vuure en de waddenacademie. Eva en Marien trokken met een bioloog de duinen in, Ciska en ik volgden de filosoof. Onze filosofe legde ons de ideeën van de Noorse filosoof Arne Naess voor. De deep-ecology stelt ons de vraag of wij de natuur wel als iets buiten ons moeten zien. De gedachte dat onze ziel ophoudt met de grenzen van onze huid is iets typisch westers; ontstaan uit de joods-christelijke traditie. Maar als wìj de natuur zijn, dan is natuurbehoud niet iets wat we moeten doen omdat we de natuur nodig hebben, maar dan wordt het opeens zelfbehoud. De bioloog vertelde over het ontstaan van het waddengebied. Terschelling bestaat nog maar 1000 jaar en zal ook weer verdwijnen zoals wij allemaal komen en gaan; de noodzakelijkheid van de natuur. Na dit college in de natuur (vroeger kreeg iedereen onderwijs in de natuur; nu snap ik waarom!) bekeken we ‘de dans van beide disciplines’ om vervolgens in een duinpan onze ervaringen uit te wisselen. Een echt cadeautje was het verrassingsconcert van Spinvis op maandagochtend. Met het zonnetje op hey hoofd de ruisende bomen en de vogels op de achtergrond beluisterden Marien en ik de poëtische liedjes van Spinvis die we als een gebed meedragen de komende tijd:
Haal de parels uit de zee
Geef ze weg
Vecht met alles wat je hebt
Verlies het goed
Wacht dan tot het lichter wordt
Je hebt de tijd
Reis ver, drink wijn, denk na
Lach hard, duik diep
Kom terug
Wat grappig, mijn zus stuurde me precies dezelfde foto van de dakpannen in het zand na haar bezoek aan Oerol.
Prachtig om te zien.