Sinds een jaar of vijf ben ik lid van de Federatie. Dat klinkt enger dan het is. Het is een geloofgemeenschap van Remonstranten, Doopsgezinden en Vrijzinnig protestanten. Op de website staat dat we een geloofsgemeenschap zijn ‘die op een vrije en zinnige manier met geloof en inspiratie bezig wil zijn. Wij voelen ons sterk verbonden met cultuur en maatschappij en vinden daar mede onze inspiratie”. Ik voel me er thuis, en ben actief in de kerk als bestuurslid ,organisatie van Preek van de Leek en als deelnemer van de 30-ers kring. Iedere kerst worden de leden van 70 jaar en ouder door de bestuursleden van de Federatie bezocht met een kerstattentie. Dit jaar wilden we eens wat anders; een zomerattentie. Het leek ons aardig dat de 30-ers kring een aantal bezoeken voor haar rekening zou nemen. Een mooie manier om eens met de oudere leden in contact te komen. ‘Een intergenerationeel contact’ zeg maar. Zo bezocht ik vorige week een dame van 93. Met een bos zonnebloemen en een doosje aardbeien in de hand drukte ik op de bel naast een naamplaatje met twee namen. Toen ik tegenover mevrouw met een kopje koffie zat-via de rollator had ze die zorgvuldig naar me toe getransporteerd- begreep ik dat haar echtgenoot sinds een paar maanden op de verpleegafdeling is. Hij werd ‘s nachts steeds onrustiger, in de war, en deed steeds vaker lelijk tegen haar, Het gaf haar rust dat hij nu verzorgd werd, hoewel ze zich ook schuldig voelde: “Je zou toch het liefst samen willen zijn tot het einde”. We spraken over haar leven. Er ontvouwde zich een portret van een Nederlandse vrouw in een bewogen tijdperk. Geboren in 1920, opgegroeid in Friesland. Een intelligente vrouw, en moeder van vijf kinderen. Graag had ze medicijnen gestudeerd -net als haar echtgenoot- maar dat was niet gebruikelijk voor meisjes in die tijd. Zeker niet als je trouwde; dan kreeg je ontslag. De Tweede wereldoorlog, het opvoeden van de kinderen tijdens de wederopbouw. Verhuizing van het noorden van Nederland naar de Randstad. Kleinkinderen gekregen, achterkleinkinderen. En nu: dankbaar voor het leven dat achter haar ligt, maar ook de verliezen incasserend. Het huis verlaten met de fijne tuin, haar levensgezel moeten loslaten doordat Alzheimer steeds meer grip op hem krijgt, ogen die haar in steek laten waardoor ze niet meer goed kan lezen, leeftijdgenoten die vrijwel allemaal zijn overleden. Ze eet in het restaurant beneden. Het eten is niet geweldig. Het gezelschap soms ook niet. “Er wordt alleen gepraat over het eten. Geklaagd dus. Daar knap je niet van op”. Het doet me wel wat.
In het najaar start ik een gespreksgroep ‘levensvragen en ouderen’ in Gouda en Waddinxveen. Het komt voort uit mijn affiniteit met zingeving en levensvragen maar stiekem ook uit mijn angst voor de tijd dat ik zelf oud ben. Het moment dat ik niet meer kan uitkiezen met wie ik aan tafel zit, de dag waarop ik merk dat ik al weken niet meer gesproken heb over zaken met enige diepgang, en het moment dat ik nooit meer met Mirjam wordt aangesproken maar alleen met Mevrouw van Esschoten van kamer 00.3. Op dat moment hoop ik dat ik een medemens ontmoet -of die nu oud of jong is- die met mij in gesprek wil gaan over de dingen die ertoe dóen. Wie ben ik geweest, welke ervaringen hebben mij gevormd, heb ik een goed leven geleid, wie waren belangrijk in mijn leven, hoeveel tijd heb ik nog, en wie of wat geeft mij tijd van leven? Levensvragen zijn van alle generaties en alle tijden. Ik kijk ernaar uit om in het najaar met de senioren in gesprek te gaan. En dat kan gerust met een bakje aardbeien voor je neus.
Dag Mirjam,
De vrouw waarover je schrijft is 14 jaar ouder dan ik en, naar ik begrijp, toch nog “bij de tijd”. Zelf heb ik mij een paar maal, praktisch zonder resultaat, aangemeld hier in Reeuwijk bij de Ravenhorst, waar stapeltjes oude mensen zitten te wachten op de dood (en attendant Godot). Ik wilde gewoon af en toe een praatje maken met oude en eenzame mensen, die dat gewoon leuk vinden. Niet diepzinnig, maar gewoon “small talk”. Waarbij ik van mening ben, dat ieder mens een verhaal heeft, en interessant is. En daarom is het voeren van een gesprek (voor mij) ook geen corvee.
Jij hebt kennelijk iemand van de federatie bezocht en dat is m.i. ook erg zinvol. De federatie is tenslotte (of zou dat moeten zijn) een gemeenschap van mensen, die elkaar vast houden. En zeker, wanneer ze alleen komen te staan zoals deze vrouw door overlijden of dementie van een partner.
Hartelijke groet,
Nico