In 2004 speelde ik tijdens het theaterstuk KUS de rol van Maria Magdalena. Ik verdiepte me uitgebreid in deze vrouw die zo verschillend geportretteerd wordt in de geschiedenis en in de kunst.
Zoals uit het schilderij van Lefebvre uit 1876 wel duidelijk wordt: ze spreekt nogal tot de verbeelding. Vaak wordt ze gezien als een hoer die bevrijd werd door demonen door Jezus. Soms als de impulsieve vrouw die de voeten van Jezus waste met haar haren. Soms als de leerlinge die Jezus het meeste liefhad. Sinds Dans Brown Da Vinci Code weten veel mensen dat er fragmenten bewaard gebleven zijn van een vermeend Evangelie van Maria Magdalena. Haar stem mocht echter niet klinken in de Bijbel. Eerst staken de evangelisten daar een stokje voor en later de kerkvaders. Ik las destijds het boek Volgens Maria Magdalena van Marianne Frederiksson. Nu werd ik gevraagd een monoloog te schrijven voor Het Vurig Fietstheater, een project van vier Goudse kerken (waaronder mijn eigen Federatie) als onderdeel van het Pinkster-project Feest van de Geest. Ik ging voor mijn oude heldin en herlas de roman van Frederiksson. In twee avonden las ik het boek uit en werd weer als vanouds gegrepen door de schrijfstijl van de Zweedse auteur. En zelf- tien jaar ouder en wijzer?- werd ik nog meer geraakt door Maria Magdalena en door haar interpretatie van de kernboodschap van Jezus. Een boodschap die nog het meeste lijkt te passen in de ingewikkelde leer van wat we ‘gnostiek’ noemen. Een voorproefje uit de monoloog:
“Hij vertelde mij eens dat bij iedere man of vrouw bij wie Hij binnenkeek, God zich in de kern bevindt. Het duidelijkst is dat bij de ellendigen, de zieken. Hij groeit langzaam in ieder mens. En op een dag is hij klaar voor de bevalling. Dat zal niet gemakkelijk zijn, want al het oude moet worden afgeworpen. Alle voorstellingen waarop we ons leven baseren, alle dogma’s. Al onze armzalige trots en misschien wel het moeilijkst; onze schuld en tekortkomingen. We moeten God die in ons woont niet verborgen houden, maar naar buiten laten schijnen”
Een aanrader om het boek van Frederiksson alsnog –of nogmaals- te lezen. Haar beschrijvingen zijn prachtig en haar liefde voor haar (veelal vrouwelijke) personages stralen van iedere bladzijde. In 2007 is Marianne Frederiksson overleden; maar haar gedachtegoed is nog springlevend doordat ze zoveel moois heeft geschreven.