Op de cover van ‘Waar gezongen wordt’, staat een piano overwoekerd door planten. De debuutroman van Shula Tas is grootdeels autobiografisch. De hoofdpersoon heeft -net als de auteur- conservatorium gedaan. Haar ouders sterven voordat ze eindexamen doet, en na dat examen zingt ze geen noot meer. Haar Iraanse onderbuurvrouw mist haar stem, en vraagt haar op een dag: ‘Waarom zing jij niet meer?’ Dit is het begin van haar zoektocht.

De zolder moet worden leeggeruimd omdat haar vriend bij haar intrekt. Vol tegenzin gaat ze aan de slag. Dozen vol familieherinneringen sorteert ze in stapels: ‘kan weg’, ‘blijft’ en ‘twijfel’. De twijfel-stapel wordt steeds hoger; en de spullen roepen op tot (zelf-)onderzoek. Ondertussen laat ze haar hondje uit en drinkt ze wijn met haar vriend.
Het is een klein, maar intens boek waar Shula zich verdiept in haar joodse familiegeschiedenis, de kracht van muziek en rituelen en de betekenis van schaamte. Er valt veel meer over dit boekje te vertellen, maar ik zou het vooral zelf eens uit de bibliotheek meenemen!
Het motto van het boek is een frase van een prachtig lied van Leonard Cohen. Hij doet hier zelf de intro met die mooie oude diepe stem van hem.
If it be your will.
That a voice be true.
From this broken hill.
I will sing to you