Toen ik de oma van Marien voor het ‘t eerst ontmoette zei ze: Zo, jij hebt een lekkere bek vol tanden. Daarmee wilde ze zeggen dat haar kleinzoon een goede vangst had gedaan.

Tegenwoordig poetst iedereen minstens 2 keer per dag zijn tanden -veelal elektrisch-, bezoeken we frequent de tandarts en/of de mondhygiënist en Siem heeft inmiddels zijn eerste beugel al achter de rug. Dat was vroeger wel anders..
In het boek Gouden Jaren van Annegreet Bergen staat dat in de jaren ’50 veel meisjes op het platteland, met name in de Biblebelt, voor hun trouwen een kunstgebit kregen ook al moest daarvoor hun gezonde gebit worden getrokken. Op die manier voorkwamen de ouders van de bruid dat de jonge echtgenoot in de buidel zou moeten tasten wanneer hun dochter problemen met het gebit zou krijgen.

Ik kreeg het boek van Van Bergen te leen van een collega. Het laat zien hoe ons dagelijks leven onvoorstelbaar is veranderd in een halve eeuw. Gister bladerde ik nog door vergeelde jaren ’70 fotoalbums met een bewoner. Glaasjes met sigaretten stonden op tafel bij een verjaardag, vakantiefoto’s die vooral fietstochtjes op de Veluwe of een dagje naar het strand tonen. Een dame van in de negentig vertelde dat ze haar verkering ontmoette doordat ze op de Zwartjanstraat ging ‘lopen’ De jongens liepen aan de ene kant van de straat en de meisjes liepen arm-in-arm aan de overkant. En dan maar kijken…
Een paar weken terug lunchte ik met een paar jonge collega’s. Zij hadden hun partner allemaal via een datingsite ontmoet. Opeens keken ze mij aan en vroegen hoe ik dat vroeger deed..
Ik vertelde dat dat ‘vroeger’ gewoon in het wild gebeurde, bij een theaterproductie in ons geval. Marien stuurde mij een berichtje via e-mail- dat dan wel- met de tekst: He glimlach, zullen wij eens wat gaan drinken?
Daar ga je. Die lekkere bek vol tanden gaf vast de doorslag